L-glutaminezuur (CAS# 56-86-0)
Gevarensymbolen | Xi – Irriterend |
Risicocodes | 36/37/38 – Irriterend voor de ogen, de luchtwegen en de huid. |
Veiligheidsbeschrijving | S24/25 – Vermijd contact met huid en ogen. S36 – Draag geschikte beschermende kleding. S26 – Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met veel water afspoelen en medisch advies inwinnen. |
WGK Duitsland | 2 |
RTECS | LZ9700000 |
FLUKA MERK F-CODES | 10 |
TSCA | Ja |
HS-code | 29224200 |
Toxiciteit | LD50 oraal bij konijnen: > 30000 mg/kg |
Invoering
Glutaminezuur is een zeer belangrijk aminozuur dat de volgende eigenschappen heeft:
Chemische eigenschappen: Glutaminezuur is een wit kristallijn poeder dat gemakkelijk oplosbaar is in water. Het heeft twee functionele groepen: de ene is een carboxylgroep (COOH) en de andere is een aminegroep (NH2), die als zuur en base kan deelnemen aan verschillende chemische reacties.
Fysiologische eigenschappen: Glutamaat heeft verschillende belangrijke functies in levende organismen. Het is een van de basisbouwstenen waaruit eiwitten bestaan en is betrokken bij de regulatie van de stofwisseling en de productie van energie in het lichaam. Glutamaat is ook een belangrijk onderdeel van neurotransmitters die het neurotransmissieproces in de hersenen kunnen beïnvloeden.
Methode: Glutaminezuur kan worden verkregen door chemische synthese of worden geëxtraheerd uit natuurlijke bronnen. Bij methoden voor chemische synthese gaat het doorgaans om fundamentele organische synthesereacties, zoals de condensatiereactie van aminozuren. Natuurlijke bronnen worden daarentegen voornamelijk geproduceerd door fermentatie door micro-organismen (bijvoorbeeld E. coli), die vervolgens worden geëxtraheerd en gezuiverd om glutaminezuur met een hogere zuiverheid te verkrijgen.
Veiligheidsinformatie: Glutaminezuur wordt over het algemeen als veilig en niet-giftig beschouwd en kan normaal door het menselijk lichaam worden gemetaboliseerd. Bij het gebruik van glutamaat is het noodzakelijk om het principe van gematigdheid te volgen en op te passen voor overmatige inname. Bovendien moet het voor speciale populaties (zoals zuigelingen, zwangere vrouwen of mensen met specifieke ziekten) worden gebruikt onder begeleiding van een arts.