pagina_banner

product

2,3-Dichloornitrobenzeen (CAS#3209-22-1)

Chemische eigenschap:

Moleculaire formule C6H3Cl2NO2
Molaire massa 192
Dikte 1,449 g/ml bij 25°C (lit.)
Smeltpunt 60 °C
Boling-punt 270 °C
Vlampunt 255°F
Wateroplosbaarheid 67 mg/l
Oplosbaarheid 66,8 mg/l
Dampdruk 0,673Pa bij 25℃
Verschijning poeder tot klont
Kleur Wit tot lichtgeel
BRN 2048029
Opslagconditie Bewaren beneden +30°C.
Brekingsindex 1,5929 (schatting)
Fysische en chemische eigenschappen Dichtheid 1,449
smeltpunt 60-63°C
kookpunt 270°C
vlampunt 152°C
wateroplosbaar 67 mg/l

Productdetail

Producttags

Risicocodes R22 – Schadelijk bij inslikken
R51/53 – Giftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.
R20/22 – Schadelijk bij inademing en opname door de mond.
Veiligheidsbeschrijving S60 – Deze stof en de verpakking ervan moeten als gevaarlijk afval worden afgevoerd.
S61 – Voorkom lozing in het milieu. Raadpleeg speciale instructies/veiligheidsinformatiebladen.
S37 – Draag geschikte handschoenen.
VN-ID's VN 3077 9/PG 3
WGK Duitsland 3
RTECS CZ5240000
TSCA Ja
HS-code 29049085
Gevarenklasse 9
Verpakkingsgroep III

 

Invoering

2,3-Dichloornitrobenzeen is een organische verbinding. Het volgende is een inleiding tot de aard, het gebruik, de bereidingswijze en veiligheidsinformatie:

 

Kwaliteit:

- Uiterlijk: 2,3-Dichloornitrobenzeen is een kleurloos tot lichtgeel kristallijn of kristallijn poeder.

- Oplosbaarheid: 2,3-dichloornitrobenzeen heeft een goede oplosbaarheid in alcoholen en ethers en is vrijwel onoplosbaar in water.

 

Gebruik:

- Explosieven: 2,3-dichloornitrobenzeen kan worden gebruikt bij de bereiding van explosieven en buskruit.

 

Methode:

- Cyclonitratie: 2,3-dichloornitrobenzeen wordt bereid door nitrolering en chlorering op de benzeenring.

 

Veiligheidsinformatie:

- Toxiciteit: 2,3-Dichloornitrobenzeen is een giftige verbinding en moet met voorzichtigheid worden gehanteerd om inademing, inslikken of contact met de huid te voorkomen.

- Brandblussing: Bij brand worden droge chemische blusmiddelen, kooldioxide of schuim gebruikt om de brand te blussen.

- Opslag: 2,3-dichloornitrobenzeen moet in een luchtdichte verpakking worden bewaard, uit de buurt van ontstekingsbronnen en oxidatiemiddelen.

- Verwijdering: Verwijdering wordt uitgevoerd in overeenstemming met de regelgeving en mag niet in waterlichamen worden gedumpt of in het milieu worden geloosd.

 


  • Vorig:
  • Volgende:

  • Schrijf hier uw bericht en stuur het naar ons