2-chloortolueen (CAS# 95-49-8)
Risicocodes | R20 – Schadelijk bij inademing R51/53 – Giftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. R39/23/24/25 - R23/24/25 – Giftig bij inademing, bij contact met de huid en bij inslikken. R11 – Licht ontvlambaar |
Veiligheidsbeschrijving | S24/25 – Vermijd contact met huid en ogen. S61 – Voorkom lozing in het milieu. Raadpleeg speciale instructies/veiligheidsinformatiebladen. S45 – Bij een ongeval of als u zich onwel voelt, dient u onmiddellijk een arts te raadplegen (indien mogelijk het etiket tonen). S36/37 – Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen. S16 – Verwijderd houden van ontstekingsbronnen. S7 – Houd de container goed gesloten. |
VN-ID's | VN 2238 3/PG 3 |
WGK Duitsland | 2 |
RTECS | XS9000000 |
TSCA | Ja |
HS-code | 29036990 |
Gevarenopmerking | Irriterend/ontvlambaar |
Gevarenklasse | 3 |
Verpakkingsgroep | III |
Invoering
O-chloortolueen is een organische verbinding. Het is een kleurloze vloeistof met een speciaal aroma en oplosbaar in de meeste organische oplosmiddelen.
Het belangrijkste gebruik van o-chloortolueen is als oplosmiddel en reactietussenproduct. Het kan worden gebruikt bij alkylerings-, chlorerings- en halogeneringsreacties in de organische synthese. O-chloortolueen wordt ook gebruikt bij de productie van drukinkten, pigmenten, kunststoffen, rubber en kleurstoffen.
Er zijn drie hoofdmethoden voor de bereiding van o-chloortolueen:
1. O-chloortolueen kan worden bereid door de reactie van chloorsulfonzuur en tolueen.
2. Het kan ook worden verkregen door de reactie van chloormierenzuur en tolueen.
3. Bovendien kan o-chloortolueen ook worden verkregen door reactie van o-dichloorbenzeen en methanol in aanwezigheid van ammoniak.
1. O-chloortolueen is irriterend en giftig. Huidcontact en inademing moeten worden vermeden. Tijdens het gebruik moeten beschermende handschoenen, een veiligheidsbril en ademhalingsbescherming worden gedragen.
2. Vermijd contact met sterke oxidatiemiddelen en sterke zuren om gevaarlijke reacties te voorkomen.
3. Het moet op een goed geventileerde plaats worden bewaard, uit de buurt van open vuur en hoge temperaturen.
4. Afval moet worden afgevoerd in overeenstemming met de plaatselijke regelgeving en mag niet in de natuurlijke omgeving worden gedumpt.