2-6-difluoraniline (CAS#5509-65-9)
Risicocodes | R10 – Ontvlambaar R20/21/22 – Schadelijk bij inademing, bij contact met de huid en bij inslikken. R36/37/38 – Irriterend voor de ogen, de ademhalingswegen en de huid. |
Veiligheidsbeschrijving | S36 – Draag geschikte beschermende kleding. S36/37/39 – Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en oog-/gezichtsbescherming. S26 – Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met veel water afspoelen en medisch advies inwinnen. S23 – Damp niet inademen. S16 – Verwijderd houden van ontstekingsbronnen. S16/23/26/36/37/39 - S24/25 – Vermijd contact met huid en ogen. |
VN-ID's | VN 1993 3/PG 3 |
WGK Duitsland | 3 |
FLUKA MERK F-CODES | 8-10-23 |
HS-code | 29214210 |
Gevarenopmerking | Irriterend |
Gevarenklasse | 3 |
Verpakkingsgroep | III |
Invoering
2,6-Difluoraniline is een organische verbinding. Het is een witte kristallijne vaste stof die bij kamertemperatuur onoplosbaar is in water.
Hieronder volgen enkele eigenschappen en toepassingen van 2,6-difluoraniline:
1. 2,6-Difluoraniline is een aromatische amineverbinding met een sterke aminegeur.
2. Het is een sterke elektronendonor die kan worden gebruikt als onderdeel van geleidermaterialen.
4. Het wordt ook vaak gebruikt als katalysator of reagens bij organische synthesereacties.
Methode voor het bereiden van 2,6-difluoraniline:
Een veelgebruikte synthesemethode wordt verkregen door de reactie van aniline en waterstoffluoride. Eerst wordt aniline gereageerd met waterstoffluoride in een geschikt oplosmiddel, en het product wordt na de reactie gezuiverd om 2,6-difluoraniline te verkrijgen.
Veiligheidsinformatie van 2,6-difluoraniline:
1. 2,6-Difluoraniline is een schadelijke stof, irriterend en bijtend. Er moeten voorzorgsmaatregelen worden genomen bij contact met de huid, ogen of bij inademing.
2. Tijdens de werkzaamheden moeten geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, inclusief een chemische veiligheidsbril, handschoenen en beschermende kleding, enz.
3. Bij vermenging met andere verbindingen kunnen giftige dampen, gassen of dampen ontstaan. Deze moeten in een goed geventileerde omgeving worden gebruikt.
4. Voordat u 2,6-difluoraniline of verwante verbindingen hanteert, moeten de relevante veiligheidsprocedures en richtlijnen worden begrepen en gevolgd.