1 3-difluorbenzeen (CAS# 372-18-9)
Risicocodes | R11 – Licht ontvlambaar R20 – Schadelijk bij inademing R2017/11/20 - |
Veiligheidsbeschrijving | S7 – Houd de container goed gesloten. S16 – Verwijderd houden van ontstekingsbronnen. S29 – Niet in de riolering lozen. S33 – Neem voorzorgsmaatregelen tegen ontladingen van statische elektriciteit. S7/9 - |
VN-ID's | VN 1993 3/PG 2 |
WGK Duitsland | 1 |
RTECS | CZ5652000 |
HS-code | 29036990 |
Gevarenopmerking | Zeer brandbaar |
Gevarenklasse | 3 |
Verpakkingsgroep | II |
Invoering
1,3-Difluorbenzeen is een organische verbinding. Het volgende is een gedetailleerde inleiding tot de eigenschappen, het gebruik, de bereidingsmethoden en veiligheidsinformatie van 1,3-difluorbenzeen:
Kwaliteit:
1,3-Difluorbenzeen is een organofluorverbinding met hoge chemische stabiliteit. Het is niet brandbaar maar reageert met sterke oxidatiemiddelen. 1,3-Difluorbenzeen is oplosbaar in gewone organische oplosmiddelen zoals ethanol, ether en chloroform, en onoplosbaar in water.
Gebruik:
1,3-difluorbenzeen heeft een bepaalde toepassingswaarde bij de organische synthese. Het kan worden gebruikt als reactiereagens bij de organische synthese, bijvoorbeeld als fluoreringsreagens voor aromatische verbindingen. 1,3-difluorbenzeen kan ook worden gebruikt bij de synthese van fluorescerende materialen, de bereiding van organische opto-elektronische apparaten en andere velden.
Methode:
1,3-Difluorbenzeen kan worden bereid door fluorering van benzeen. Veelgebruikte bereidingsmethoden zijn waterstoffluoride als fluoreringsmiddel of het gebruik van ferrofluoridecomplexen voor fluoreringsreacties.
Veiligheidsinformatie:
Bij gebruik van 1,3-difluorbenzeen moeten de volgende veiligheidsmaatregelen worden genomen:
1.1,3-Difluorbenzeen heeft een bepaalde toxiciteit, die schade kan veroorzaken bij contact met de huid, inademing van gas of accidentele inname. Tijdens het gebruik moeten geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen worden gedragen, zoals handschoenen, veiligheidsbrillen en maskers.
2. Vermijd contact met sterke oxidatiemiddelen om brand of explosies te voorkomen.
3. Het moet worden opgeslagen op een droge, koele en goed geventileerde plaats, uit de buurt van vuur en brandbare materialen.
5. Vermijd vermenging met andere chemicaliën en houd het uit de buurt van kinderen en mensen die niet weten hoe ze moeten werken.