1 1 1-Trifluor-3-joodpropaan (CAS# 460-37-7)
Gevarensymbolen | Xi – Irriterend |
Risicocodes | 36/37/38 – Irriterend voor de ogen, de luchtwegen en de huid. |
Veiligheidsbeschrijving | S26 – Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met veel water afspoelen en medisch advies inwinnen. S36/37/39 – Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en oog-/gezichtsbescherming. S24/25 – Vermijd contact met huid en ogen. |
WGK Duitsland | 3 |
HS-code | 29037990 |
Gevarenopmerking | Irriterend/lichtgevoelig |
Gevarenklasse | IRRITEREND |
Invoering
1-jood-3,3,3-trifluorpropaan is een organische verbinding met de chemische formule CF3CH2CH2I. Hieronder volgt een beschrijving van de aard, het gebruik, de formulering en veiligheidsinformatie:
Natuur:
1-jood-3,3,3-trifluorpropaan is een kleurloze vloeistof met een sterke penetrante geur. Het is dichter, heeft een smeltpunt van -70°C en een kookpunt van 65°C. De verbinding is onoplosbaar in water, maar kan worden opgelost in organische oplosmiddelen zoals ethanol, ether en azijnzuur.
Gebruik:
1-jood-3,3,3-trifluorpropaan wordt gewoonlijk gebruikt als koelmiddel, gasdrijfgas en farmaceutisch tussenproduct. Het heeft prestaties bij lage temperaturen en een hoge schokstabiliteit en wordt vaak gebruikt bij de synthese van reactieomstandigheden bij lage temperaturen. Bovendien wordt het ook vaak gebruikt bij de joderingsreactie bij organische synthese.
Bereidingswijze:
1-jood-3,3,3-trifluorpropaan kan worden verkregen door 3,3,3-trifluorpropaan te laten reageren met waterstofjodide. De reactie wordt uitgevoerd onder verwarming of bestraling met ultraviolet licht, gewoonlijk onder een inerte atmosfeer om de opbrengst te verhogen.
Veiligheidsinformatie:
1-jood-3,3,3-trifluorpropaan is een organisch oplosmiddel dat irriterend en brandbaar is. Bij gebruik en opslag moet aandacht worden besteed aan brand- en explosiepreventiemaatregelen en voor goede ventilatie worden gezorgd. Vermijd contact met sterke oxidatiemiddelen en sterke zuren om gevaarlijke reacties te voorkomen. Draag tijdens het hanteren geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals handschoenen, een veiligheidsbril en beschermende kleding. Onmiddellijke irrigatie of medische hulp moet worden gezocht als contact met de huid of inhalatie gewenst is. Volg bij het hanteren van dit middel de juiste laboratoriumpraktijken en volg de relevante veiligheidsinstructies.